Kerkorde.

 

Artikel IV. Van de ambten.

Aan de herders en leraars is toebetrouwd:
de verkondiging des Woords,
de bediening van de sacramenten,
de dienst der gebeden,
de leiding van de kerkdiensten,
het afnemen van de openbare belijdenis des geloofs,
de bevestiging van de ambtsdragers en van hen, die in een bediening worden gesteld,
de kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk,
de leiding van de ambtelijke vergaderingen der Kerk, zo zij daartoe geroepen worden,
  voorts — met medewerking van de ouderlingen —
de herderlijke zorg,
de catechese,
de arbeid onder hen, die van het Evangelie zijn vervreemd,
het medewerken aan de geestelijke vorming van de jeugd,
en met de ouderlingen tezamen
het opzicht over de gemeente.


Kerkorde NHK (1951)

 

TREFWOORDEN

Taak van de predikant

COMMENTAAR
Haitjema, Th.L. (1951) II.4
Heuvel, P. van den (2001) H14
Heuvel, P. van den (2001) H4

VERWANT MET
Kerkorde PKN (2004) Art. V-3
Kerkorde PKN (2013) Art. V-3