Kerkorde.

 

Artikel IV. Van de ambten.

Aan de diakenen is toebetrouwd
de dienst der barmhartigheid jegens gemeente en wereld, inzonderheid door bijstand en vertroosting aan hen, die verpleging en verzorging behoeven, die moeilijkheden hebben in het gezinsleven, die maatschappelijk zijn ontspoord of zich in stoffelijke nood bevinden;
de taak om, staande temidden van de sociale noden van het volk, hun kennis dienaangaande dienstbaar te maken aan de voorlichting van de Kerk, opdat deze ook overheid en samenleving wijze op haar. roeping, de gerechtigheid te betrachten;
de ambtelijke tegenwoordigheid bij de kerkdienst, in het bijzonder ook voor de leiding van het inzamelen van de liefdegaven en het dienen aan de tafel des Heren; en
het beheren van de diaconale gelden en goederen.


Kerkorde NHK (1951)

 

TREFWOORDEN

Diaken
Taak van de diaken

COMMENTAAR
Haitjema, Th.L. (1951) II.4
Heuvel, P. van den (2001) H16
Heuvel, P. van den (2001) H4

VERWANT MET
Kerkorde PKN (2004) Art. V-3
Kerkorde PKN (2013) Art. V-3