De kerkeraad zal iemand die als kind de doop heeft ontvangen,
vermanen wanneer hij als volwassene nalaat openbare belijdenis
van het geloof te doen, of ook in ander opzicht zijn roeping tot
nieuwe gehoorzaamheid in Gods verbond ontrouw is. Indien hij de
vermaning van de kerkenraad hardnekkig verwerpt en daarbij
duidelijk laat blijken dat hij afkerige is van het verbond en
onverschillig of zelfs vijandig staat tegenover de dienst van de
Here, zal dit met instemming van de classis aan de gemeente
worden bekendgemaakt. Bij de afkondiging zal de kerkeraad zijn
naam noemen en tevens een termijn stellen. De gemeente zal worden
aangespoord hem aan te spreken en voor hem te bidden. Wanneer hij
in de genoemde termijn geen teken van oprecht berouw toont, zal
de kerkeraad hem in een eredienst buiten de gemeenschap van de
kerk sluiten, waarbij het daarvoor vastgestelde formulier
gebruikt dient te worden.
Indien hij na deze excommunicatie tot bekering komt en zich weer
bij de gemeenschap van de kerk wil voegen, zal hij toegelaten
worden in de weg van de openbare belijdenis van het geloof, nadat
de kerkeraad zijn bekering aan de gemeente heeft bekendgemaakt.