Kerkorde GKv (1978)

• 1. Doel en inhoud van de kerkorde
• 83. Geen heerschappij
• 84. Naleving en wijziging van de kerkorde
• I. De ambten
• II. De vergaderingen
  • 28. Vier vergaderingen
  • 29. Opening en sluiting van de vergaderingen
  • 30. Bevoegdheid van de vergaderingen
  • 31. Beroep op een meerdere vergadering
  • 32. Afvaardiging naar meerdere vergaderingen
  • 33. Instructies en voorstellen voor meerdere vergaderingen
  • 34. Taak van praeses en scriba
  • 35. Bevoegdheid van de meerdere vergaderingen ten opzichte van de mindere
  • 36. Samenstelling en bijeenkomsten van de kerkeraad
  • 37. Samenwerking waar het aantal ambtsdragers klein is
  • 38. Instelling van de ambten
  • 39. Plaatsen zonder kerkeraad
  • 40. Bijeenkomsten van de diakenen
  • 41. Classicale vergaderingen
  • 42. Niet afgevaardigde predikanten in de classis
  • 43. Consulenten
  • 44. Kerkvisitatie
  • 45. Particuliere synoden
  • 46. De generale synode
  • 47. Relatie met buitenlandse kerken
  • 48. Censuur in meerdere vergaderingen
  • 49. Deputaten van meerdere vergaderingen
  • 50. Archieven
  • 51. Vertegenwoordiging van de kerkeraad in stoffelijke zaken
  • 52. Vertegenwoordiging van de kerken in vermogensrechtelijke aangelegenheden
• III. Het opzicht over de leer en de eredienst
• IV. De tucht

COMMENTAAR

Bouma, H. (1988) HIII