De kerkorde kent de mogelijkheid dat de generale synode een kerkelijke instelling in het leven roept die als zelfstandig onderdeel van de kerk rechtspersoonlijkheid bezit (ord. 11-26-1 en 2). In een generale regeling voor deze instelling dient dan nader te worden vastgelegd wat de taken van de instelling zijn en worden de samenstelling, taken en bevoegdheden van het bestuur geregeld (ord. 11-26-3). De kerk kent op dit moment alleen de dienstenorganisatie als kerkelijke instelling.
De kerkorde spreekt ook over ‘door de kerk gestichte instellingen voor theologisch wetenschappelijk onderwijs’. Dit zijn geen kerkelijke instellingen als bedoeld in ord. 11-26-1 en 2.