|283|

12.9.4 Solidariteitskas

Niet alleen de financiering van het bovenplaatselijke werk, maar ook steunverlening aan gemeenten behoort tot de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de kerk. Met het oog hierop is de Solidariteitskas ingesteld. De kleine synode heeft deze kas ingesteld binnen haar bevoegdheid om een quotum op te leggen (ord. 11-20-3).

De steunverlening kan uiteenlopen van subsidie bij noodzakelijke restauratie tot financiële ondersteuning voor pastoraat in nieuwbouwwijken. Ook werk dat op sommige gemeenten zwaarder drukt dan op andere — studentenpastoraat of gemeenteopbouwwerk — wordt uit deze kas betaald.

Elke gemeente vraagt jaarlijks van de belijdende leden (en als men daarvoor kiest van de doopleden boven de 18 jaar) een door de synode vast te stellen bedrag. De gemeente is verplicht aan de Solidariteitskas de helft van het totaal dat de belijdende leden hiervoor tezamen behoren bij te dragen, over te maken. Als er minder binnenkomt, past de gemeente het ontbrekende bedrag bij; wat er meer binnenkomt dan het af te dragen bedrag komt ten goede aan de gemeente.