Bijzondere overgangsbepalingen.

 

Ordinantie 11.

Doet zich het in overgangsbepaling no. 243 gestelde geval voor ten aanzien van de behandeling van een zaak in hoger beroep, van een verzoek om herziening, of van een verzoek om vernietiging als bedoeld in de tweede en derde afdeling van hoofdstuk III van het reglement voor kerkelijk opzicht en tucht, dan wordt deze behandeling na 1 Mei 1951 overgenomen, voortgezet en afgehandeld door het kerkelijk lichaam, dat volgens de kerkorde zou geroepen zijn zulk een zaak in hoger beroep te behandelen, in welk geval voor de betrokkene en voor de generale synode de weg openstaat voor het gebruik van de middelen aangegeven in de artikelen 9-12 van ordinantie 11.