Artikel 40.
Dienstdoende predikanten.
Dienstdoende predikanten kunnen door de kerkeraad ener andere gemeente — met instemming van de kerkeraad hunner gemeente en onder goedkeuring van het breed moderamen der provinciale kerkvergadering — voor een tijd van telkens ten hoogste vier jaren worden geroepen tot medewerking in die gemeente op bepaalde gebieden van het pastoraat, in welk geval zulk een predikant ten behoeve en binnen de grens van de hem gegeven opdracht als predikant in die gemeente werkzaam is.