Aan deze Commissie is opgedragen:
1º. het uitvoeren van alles, wat de Synode haar heeft in last
gegeven 1);
2º. het toezicht op de nakoming van alle kerkelijke reglementen
en Synodale besluiten;
3º. het behandelen en beslissen in vorderingen tot vernietiging
van in hooger beroep genomen besluiten 2), gedane
uitspraken en genomen beslissingen, overeenkomstig artt. 14 en 15
van het Algemeen Reglement;
4º. het toezicht op de administratie der algemeene kerkelijke
fondsen, met macht, om, waar de zaak bij uitstel lijden zou,
daaromtrent te doen hetgeen der Synode is;
5º. het houden van zoodanig algemeen toezicht op de administratie
van kerkelijke goederen, als haar bij een reglement zal worden
opgedragen 3);
6º. de behandeling der diaconale 4), alsmede van spoed
vorderende zaken, welke tot de bevoegdheid der Synode
behooren;
7º. de correspondentie, omtrent alle voorkomende zaken, met
colleges van kerkelijk bestuur en beheer, met de vanwege de Kerk
benoemde HoogIeeraren in de Godgeleerdheid en met de Hooge
Regeering;
8º. het beslissen van geschillen over de uitlegging en toepassing
van het Reglement op de Algemeene Weduwen- en Weezenbeurs der
Nederlandsche Hervormde Kerk 5), van het Reglement op
het Pensioenfonds ten behoeve van de predikanten der
Nederlandsche Hervormde Kerk, behalve in de gevallen, waarin de
artikelen 23, 24 en 25 van laatstgenoemd Reglement voorzien, van
het Reglement op de Kas tot aanvulling van het
Rijksemeritaatspensioen 6) en van het Reglement op de
Suppletiebeurs voor predikants-weduwen en -weezen;
7)
9º. het beslissen van geschillen over de uitlegging van het
Reglement op de predikantstraktementen; 8)
10º. het toezicht op de archieven volgens het Reglement op de
kerkelijke archieven.9)
1) In 1869 heeft de Synode de wenscheliikheid
uitgesproken, dat deze zelf jaarlijks zooveel mogelijk de bij
haar ter tafel gebrachte zaken zou afdoen en niet dan bij
gebiedende noodzakelijkheid aan de Syn. Com. zou opdragen. Hand.
1869 bl. 238.
2) Genomen besluiten en art. 14.
Invoeging van 15 Jan. 1900.
3) In afwachting van het gevolg, dat zou gegeven
worden aan art. 65 al. 2.
4) In verband met art. 15 al. 2 van het Regl. voor de
diaconieën.
Voorstellen om de behandeling van alle quaestorale en diaconale
zaken en van alle zaken van dageliiksch bestuur bij de Syn. Com.
over te brengen, en om de toekenning van kleine toelagen aan
kerkelijke administratiën en noodlijdende personen aan de Syn.
Com. over te laten, zijn niet vastgesteld. (Hand. 1865 bl. 255;
1888 bl. 125-126, 130).
5) In werking getreden 1 Jan. 1896.
6) Toevoegingen in werking getreden 1 Jan. 1928 en
1932. Hand. 1926 bl. 296, 297, 336, 337; 1927 bl. 99-100,
123-124; 1930 bl. 92-115, 139-150; 1931 bl. 373-378, 378-385.
Bijl. 1932 bl. 173.
7) In werking getreden 1 Januari 1938.
8) In werking getreden 1 Jan. 1927 in verband met art.
28 van het Reglement op de predikantstraktementen. Hand. 1924 bl.
281, 323, 324; 1925 bl. 139, 214, 215, 252, 253; 1926 bl. 74,
169-174, 329; Bijl. B. 1927 bl. 124.
9) In werking getreden 1 Jan. 1919 in verband met het
Regl. op de kerkelijke archieven.