De Synode kiest zich uit de predikanten 1) der
Nederlandsche Hervormde Kerk haren vasten Secretaris, die met der
woon gevestigd zal zijn te ’s-Gravenhage 2) of in den
omtrek. Zijn secundus 3) wordt benoemd voor drie
jaren. Deze zal, bij aftreden van den Secretaris, diens
werkzaamheden waarnemen, totdat een nieuwe Secretaris, door de
eerstvolgende Synode te benoemen, zijne betrekking zal hebben
aanvaard.
Nopens het recht, den plicht, de toelaag en het ontslag van den
Secretaris zal door de Synode bij bijzondere overeenkomst en
instructie nadere bepaling worden gemaakt, waarvan afschrift aan
den secundus zal worden overgelegd.
Ook benoemt zij, bij voorkeur uit de leden der kerkgemeente
Amsterdam, eenen Quaestor met zijnen secundus, voor onbepaalden
tijd. Over hunne continuatie zal de Synode jaarlijks haar
gedachten uitspreken. Hunne rechten en plichten worden in eene
bijzondere instructie omschreven.
Verder benoemt zij den kerkelijken archivaris. 4)
1) Hetzij dienstdoende of emeriti (Hand. 1884
bl. 88). Sedert het Secretariaat een volle levenstaak is,
verkrijgen de benoemde functionarissen, dienstdoende predikanten,
eervol emeritaat.
2) Volgens het Alg. Regl. van 1816 werd hij uit de
predikanten te ’s-Gravenhage benoemd. Sedert 1851 geldt de
tegenwoordige bepaling (Hand. 1851 bl. 553).
3) Voorloopig aangenomen voorstellen betreffende de
plichten van den secundus, waardoor ook hij te ’s-Gravenhage zou
moeten wonen, zijn niet vastgesteld. (Hand. 1858 bl. 172-173,
200).
4) Toevoeging in werking getreden 15 Jan. 1919, in
verband met het Regl. op de kerkelijke archieven. Hand. 1917 bl.
67; 1918 bl. 213, 227, 245, 248, 249; Bijl. B. 1919 bl.
212.