B21 schorsing en afzetting predikant
B21.1 Een predikant die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt niet trouw bedient, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel het ambtelijk vermaan hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.

B28 schorsing en afzetting ouderlingen en diakenen
B28.1 Een ouderling of diaken die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt niet trouw bedient, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel de kerkelijke vermaning hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.

Consideratie classis Midden-Holland
De classis Midden-Holland wijst erop dat in B21.1 en B28.1 HKO als een van de gronden voor schorsing/afzetting van een ambtsdrager wordt genoemd dat hij ‘zijn ambt niet trouw bedient’. De classis acht dit te ruim en opening biedend aan de mogelijkheid om een gebrek aan gaven of om tekortkomingen die tot dusver niet als censurabel zijn aangemerkt, aan te grijpen voor een schorsing of afzetting terwijl toerusting, permanente educatie, super- en intervisie, mediation etc. in dergelijke situaties bruikbare instrumenten zijn. Met verwijzing naar art. 80 KO-oud en de verklaringen van Joh. Jansen en K. Harmannij wordt voorgesteld om de frase ‘zijn ambt niet trouw bedient’ te vervangen door ‘zijn ambt op een onwettige manier uitoefent of verlaat’.

Preadvies deputaten
1. Vanouds is onderscheid gemaakt tussen zonden en tekortkomingen die wel en die geen reden tot schorsing en afzetting vormen. In de HKO is er voor gekozen om geen ‘zondencatalogus’ als in art. 80 KO-oud op te nemen, maar een aantal categorieën te benoemen:
- het begaan van een openbare of ernstige zonde;
- ambtsverwaarlozing;
- handelen in strijd met het bindingsformulier;
- hardnekkige verwerping van kerkelijke vermaning.
2. Hoewel een lichtvaardig gebruik van schorsing en afzetting niet in de rede ligt, is er een zeker risico in de door de classis Midden-Holland gesignaleerde zin. De door Midden-Holland voorgestelde formulering achten deputaten ongewenst: ‘onwettig’ heeft in het actuele spraakgebruik niet meer de betekenis die er hier aan wordt toegekend; het ‘verlaten’ van de ambtsdienst is eveneens verouderd jargon en wordt niet meer zo gebruikt. Deputaten stellen voor om daarom te spreken van “zijn ambt verwaarlozen of misbruiken”.

|13|

Voorstel deputaten
B21.1 en B28.1 wijzigen als volgt:

B21 schorsing en afzetting predikant
B21.1 Een predikant die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel het ambtelijk vermaan hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.

B28 schorsing en afzetting ouderlingen en diakenen
B28.1 Een ouderling of diaken die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel de kerkelijke vermaning hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.