|xi|
Inleiding — 1
Hoofdstuk I.
De Organisatie in haar goddelijken oorsprong — 20
Hoofdstuk II.
Het Apostolaat — 41
Hoofdstuk III.
De Gemeente van Jeruzalem — 57
Hoofdstuk IV.
De Christelijke Gemeenten uit de Joden — 79
Hoofdstuk V.
De Christelijke Gemeenten uit de Heidenen — 83
Hoofdstuk VI.
Charisma en Ambt — 116
Hoofdstuk VII.
Apostelen, Profeten, Evangelisten, Leeraars — 130
Hoofdstuk VIII.
Diakenen — 143
Hoofdstuk IX.
Presbyters (Episcopen) — 158
Besluit — 196
Stellingen — 205