Hoofdstuk 1
Artikel 19
Indien de kerkenraad en de classis, met medewerking en goedvinden
van de deputaten van de particuliere synode, oordelen dat een
dienaar des Woords die aan een gemeente verbonden is, zonder dat
er goede grond is voor het verlenen van emeritaat of voor het
oefenen van kerkelijke tucht, de bekwaamheid mist om enige
gemeente met stichting te dienen of enige functie als dienaar des
Woords met stichting te vervullen, zal een volledig ontslag uit
de dienst slechts kunnen volgen, wanneer de particuliere synode
met een meerderheid van ten minste twee derden der uitgebrachte
stemmen dat oordeel bevestigd en, in geval van appèl, de generale
synode deze beslissing bekrachtigd heeft.
Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing voor een dienaar
des Woords bedoeld in artikel 12. Alsdan berust de beslissing bij
de particuliere synode indien hij aan een classis is verbonden en
bij de generale synode indien hij aan een particuliere synode of
de generale synode is verbonden.