Hoofdstuk 1
Artikel 17
Een dienaar des Woords zal emeritus worden verklaard wanneer hij
de vijfenzestigjarige leeftijd bereikt heeft of wanneer hij door
arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn taak te blijven
verrichten. Hij komt voorts voor emeritaat in aanmerking wanneer
hij ten minste veertig jaren zijn ambt heeft vervuld of wanneer
hij voldoet aan de voorwaarden, vastgesteld door de generale
synode, voor vervroegd uittreden.
De aanvraag voor emeritaat gaat uit van de dienaar des Woords of
van de desbetreffende kerkelijke vergadering, overeenkomstig de
door de generale synode vastgestelde bepalingen, waarin tevens de
wijze van behandeling van de aanvraag wordt gegeven.
De dienaar des Woords behoudt als emeritus de eer en de naam van
een dienaar des Woords en blijft verbonden aan de gemeente
respectievelijk de vergadering welke hij het laatst diende.