Artikel 6.
De vertegenwoordiging in en buiten rechte van centrale gemeenten.
Ter uitvoering van een besluit van het college van kerkvoogden wordt de centrale gemeente tegenover derden gebonden door de handtekening van de voorzitter en de secretaris van het college van kerkvoogden, terwijl bij belet of ontbreken van dezen het college van kerkvoogden eerst uit zijn midden en anders uit de kerkvoogden der wijkgemeenten tijdelijk een of meer plaatsvervangers aanwijst.