Artikel 23.
De organen van bijstand.
De leden worden benoemd uit de lidmaten, binnen het territoir dier ambtelijke vergadering woonachtig, telkens voor gelijke duur als de zittingstijd van de leden dier vergadering, met dien verstande, dat in zulk een orgaan tenminste één lid zitting heeft van de ambtelijke vergadering, welke de benoeming doet.