Wanneer iemand zich bekeert van een openbare zonde of van een geheime zonde die moest worden meegedeeld aan de kerkenraad, zal de kerkenraad zijn schuldbelijdenis aanvaarden als daarbij voldoende tekenen van berouw gezien worden. De kerkenraad zal beoordelen of van deze verzoening mededeling aan de gemeente gedaan moet worden.