Hoofdstuk 1: De ambten in de kerk

I. Algemene bepalingen

De roeping tot het vervullen van een ambt wordt uitgebracht door de kerkenraad. De kerkenraad brengt deze roeping uit op grond van een onder zijn leiding gehouden verkiezing door de gemeente. Deze verkiezing geschiedt uit een aantal door de kerkenraad voorgestelde kandidaten. De kerkenraad kan de leden der gemeente tevoren in de gelegenheid stellen de aandacht te vestigen op voor het ambt geschikte personen.

De verkiezing geschiedt, na gebed, door de stemgerechtigde leden van de gemeente overeenkomstig de door de kerkenraad vastgestelde regeling.

De kerkenraad zal de namen van de geroepen ambtsdragers op twee achtereenvolgende zondagen aan de gemeente voordragen om haar goedkeuring te verkrijgen met het oog op hun bevestiging. Indien geen bezwaren zijn ingekomen of de kerkenraad de ingebrachte bezwaren niet voldoende gegrond acht, zal de bevestiging in een kerkdienst plaats hebben, met gebruikmaking van de daarvoor vastgestelde formulieren.


Kerkorde vGKN (2008)

 

TREFWOORDEN

Roeping tot een ambt
Verkiezing van ouderlingen en diakenen
Benoeming van ouderlingen en diakenen
Bevestiging van ouderlingen en diakenen
Verkiezing van een predikant
Beroeping
Bevestiging van een predikant
Instemming van de gemeente

VERWANT MET
Kerkorde GKN (1905) Art. 22
Kerkorde GKN (1905) Art. 24
Kerkorde GKN (1905) Art. 4
Kerkorde GKv (1978) Art. 20
Kerkorde GKv (1978) Art. 5