De ringsvergaderingen hebben het recht, om bij de onderscheidene kerkbesturen, waaronder zij behooren, voorstellen in te leveren, maar zij zijn wederkeerig verplicht, de door dezen verlangde berichten, consideratiën en bescheiden ten spoedigste in te zenden. 1)
1) Behalve dit recht, overeenkomende met hetgeen aan de kerkelijke besturen is toegekend in art. 13 al. 2, alsmede het recht vermeld in art. 14 al. 2 Alg. Regl., hebben de ringen ook het recht, hetwelk hier behoorde te zijn vermeld, en in art. 79 van het Regl. v. K. O. en T. genoemd wordt, om voor den burgerlijken rechter gedingen te voeren. (Vgl. Hand. 1892, Bijl. B. bl. 321-327).