II. Bijzondere bepalingen.

Hoofdstuk I.
Het kerkelijk Bestuur in de enkele Gemeenten en de Ringen.

Eerste afdeeling.
De Kerkeraden.

De Kerkeraad wordt onderscheiden in Algemeenen en Bijzonderen.
De Algemeene, die in alle gemeenten, grootere of kleinere, bestaat, is samengesteld uit één of meer predikanten en uit ouderlingen en diakenen. 1)
Tot den Bijzonderen, die slechts in gemeenten met drie of meer predikanten gevonden wordt, behooren alleen predikanten en ouderlingen 2), terwijl diakenen aldaar ook een afzonderlijk college uitmaken. 3)
De Kerkeraad vertegenwoordigt en bestuurt de gemeente; en wel de Algemeene of ook de Bijzondere Kerkeraad, naarmate de zaken, die te behandelen zijn, tot den eenen of tot den anderen behooren.


1) N.l. al de predikanten der gemeente — hetzij één of meer — en al hare ouderlingen en diakenen.
2) N.l. al de predikanten der gemeente en al hare ouderlingen.
3) In gemeenten met drie of meer predikanten vormen de diakenen een afzonderlijk college van diakenen, die (volgens art. 3 Regl. voor de Diaconieën) handelen onder medewerking en goedkeuring van den Kerkeraad, doch zij zijn tevens leden van den Algemeenen Kerkeraad.