Is gevraagt, alzoo zeker Persoon door inductie van eenige zyner Vrienden getrouwt heeft, de nagelaatene Weduwe zyns overleeden halven Broeders, daar hy de voorschreeve Weduwe eenen Zoon behouden had, met haar nu geleeft en tyd van vier en twintig jaaren, Kinderen te saamen geprocreëert, in de Gemeente met conniventie opgenoomen, en by het oordeel des Classis getolereert, of dezelve mogen by een blyven, en ten Avondmaale toegelaaten worden? Antwoord, Nadien hier Bloedschande begaan is, Levit. 18 vs. 16 en dienvolgens geen Huwelyk voor God kan gehouden worden, en men tegen het uitgedrukte woord Gods niet kan dispenseeren, behooren de voorschreeve Persoonen tot ruste van haare conscientie haar van malkanderen te onthouden, en tot scheidinge te verstaan eer zy tot den Avondmaal zullen toegelaaten worden, mits dat nochtans de Overheid gebeden worde de Kinderen te legitimeeren, alzoo deeze foute eertyds ter goeder trouwe en in onwetendheid geschied is.