Classes Ecclesiarum Belgicarum per Germaniam et Phrisiam Orientalem dispersae. Classicum conventum constituent vtraque Ecclesia Francfortensis, Schonoviensis, Gallica Heydelbergensis, Franckenthalensis et S. Lambertana. Alium vtraque Coloniens, vtraque Aquisgranensis, Traiectensis, Limburgensis, Nouesiensis, et quae in Juliacensi sunt ditione. Alium Wesaliensis, Embricensis, Gochgensis, Renensis, Gennepensis, et si quae aliae sunt in Clivensi ditione. Alium Embdana cum peregrinis ministris et Senioribus Brabantiae, Hollandiae, et Phrisiae occiduae.

Beyde de Franckfortsche Ghemeenten, die Schoenausche, die Françoische tot Heydelbergh, die Franckendaelsche, ende die van S. Lambert sullen eene Classem maecken. Een ander Classem sullen macken beyde de Ceulsche Kercken, beyde1) die Aecksche, die van Maestricht, die van Limburgh, die van Nuys, ende die int Landt van Guylick zijn. Een ander Classem sullen maecken die van Wesel, van Embrick, van Gogh, van Rees, van Gennep, ende anderen die daer meer int Landt van Cleef souden mogen zijn. Een ander Classem sullen maecken die Kerke2) van Embden met den vreemden Dienaren des Woorts ende Ouderlinghen van Brabandt, Hollandt, ende West-Vrieslandt.


1) Het woord beyde staat niet bij C.; in nr. 3 staat hiervoor: ende; maar bij J. staat: beide Aquinische.
2) Het enkelvoud, dat de uitgave van 1612 hier heeft, in overeenstemming met alle afschriften en met den grondtekst, is in de tweede uitgave (van 1617) bij vergissing tot een meervoud geworden; en daarna is die drukfout in alle volgende uitgaven eenvoudig overgenomen.