Delecti sunt Embdae Christophorus Becanus et Cornelius Rhetius, Wesaliae Petrus Rickius et Carolus Niellius, Coloniae N. Adrianus Koningsloe et Ioannes le Roy, Aquisgrani Ioannes Christiani et Ioannes Hueckelum, Francofurti Dns de Balieu et Sebastianus Matte, Heydelbergae Petrus Dathenus et Ioannes Taffinus, Franckentalii Caspar Heydanus et Petrus Anthonius, Schonouiae Franciscus Iunius, S. Lamberti Nicolaus Schoubroeck.

Ende zijn hier toe vercooren1): tot Emden, Christophorus Becanus, ende Cornelius Rhetius: te Wesel, Pieter de Rijcke, ende Carolus Nielius: te Coelen, Adriaen van Conincksloo, ende Iohannes Regius: tot Aecken, Iohannes Christiani, ende Iohannes Heuckelom: tot Franckfort, den Heer van Bailleul, ende Sebastiaen Matte: tot Heydelbergh, Petrus Dathenus, ende Iohannes Taffinus: te Franckendael, Caspar van der Heyden, ende Petrus Anthonii: te Schonau, Franciscus Iunius: te Sint Lamberts, Nicolaus Schoubrouck.


1) Bij C. zijn de volgende namen zooveel mogelijk alle gelatiniseerd; in nr. 3 geschiedt dit nog minder dan in den gedrukten tekst. Voor het overige zijn de namen dezelfde, behalve dat Petrus Anthonii ontbreekt, en dat Dominicus de Balgoul gelezen wordt, waar nr. 3 den Heer van Bailieul heeft. Ook bij J. staan dezelfde namen, maar bijna alle zeer misvormd.