Wanneer dienaren des Woords, ouderlingen of diakenen een openbare
grove zonde bedrijven, zullen ouderlingen en diakenen na
voorafgaand onderzoek terstond uit hun ambt gezet worden door de
kerkenraden van de plaatselijke en dichtstbijgelegen gemeente. De
dienaren des Woords zullen in zo’n geval geschorst worden, waarna
de classis met advies van deputaten naar art. 49 K.O. beoordeelt
of zij afgezet dienen te worden.
Zowel bij schorsing als afzetting zal een kerkenraad c.q. classis
hoor en wederhoor toepassen.