De kerkelijke tucht zal naar het Woord van God en tot Zijn eer
uitgeoefend worden. Zij heeft ten doel, dat de zondaar met God,
de gemeente en zijn naaste verzoend wordt en de gegeven ergernis
uit de gemeente van Christus wordt weggenomen.
Aangezien de kerkelijke tucht geestelijk van aard is, ontslaat
zij niet van de burgerlijke rechtspraak.