Voorwoord
1 Inleiding
1.1 Inleiding en verantwoording — 1
1.2 Opzet van het onderzoek — 3
2 De verhouding tussen kerk en staat in
Nederland
2.1 Inleiding — 5
2.2 Ontwikkelingen sinds de Bataafse omwenteling — 6
2.3 De huidige situatie — 11
2.4 Conclusie — 14
3 De positie van kerkgenootschappen in het civiele
recht
3.1 Inleiding — 15
3.2 Kerkgenootschappen — 16
3.2.1 Parlementaire geschiedenis — 16
3.2.2 De doctrine — 18
3.2.3 Een voorbeeld uit de rechtspraak — 20
3.2.4 Conclusie — 22
3.3 Rechtspersoonlijkheid — 22
3.3.1 Conclusie — 24
3.4 Zelfstandig onderdeel — 24
3.4.1 Parlementaire geschiedenis — 26
3.4.2 De doctrine — 27
3.4.3 De rechtspraak — 29
3.4.4 Conclusie — 32
3.5 Vereniging in een lichaam — 32
3.5.1 Conclusie — 33
3.6 Strijd met de wet — 33
3.6.1 De organisatievrijheid onder het oude recht — 34
3.6.2 De doctrine over ‘de wet’ in art. 2:2 lid 2 BW — 37
3.6.3 Parlementaire geschiedenis — 42
3.6.4 Reacties op de visie van Maeijer — 44
3.6.5 De invulling van vage normen — 48
3.6.6 Conclusie — 51
3.7 Analogische toepassing van titel 1 Boek 2 BW — 52
3.7.1 Rechtstreekse toepassing van art. 2:20 BW? — 53
3.7.2 Conclusie — 55
4 Kerkelijke structuren
4.1 Inleiding — 57
4.2 Het episcopale stelsel — 57
4.3 Het congregationalisme — 61
4.4 Het presbyteriaal-synodale stelsel — 62
4.5 Samenvatting — 65
4.6 Moskeeorganisaties — 66
4.6.1 Samenvatting — 71
4.7 Het statuut — 71
4.7.1 Samenvatting — 76
5 De kerkelijke rechtsgang
5.1 Inleiding — 77
5.2 De rechtspraak binnen de Rooms-Katholieke Kerk — 78
5.2.1 Samenvatting — 81
5.3 Beroep op ‘meerdere vergaderingen‘ — 81
5.3.1 Samenvatting — 83
5.4 Geschilbeslechting door commissies — 84
5.4.1 Samenvatting — 86
5.5 Arbitrage — 87
5.6 Samenvattende conclusie — 89
6 De toegang tot de burgerlijke rechter
6.1 Inleiding — 91
6.2 Bevoegdheid van de rechter; ontvankelijkheid van de eiser —
91
6.2.1 Voorbeelden uit de rechtspraak — 92
6.3 Het recht op toegang tot de overheidsrechter — 94
6.3.1 Voorbeelden uit de rechtspraak — 94
6.3.2 Spoedeisend belang — 101
6.4 Conclusie — 103
7 Beginselen van procesrecht en alternatieve
geschilbeslechting
7.1 Inleiding — 105
7.2 Artikel 6 EVRM — 106
7.2.1 Samenvattende conclusie — 113
7.3 Alternatieve geschilbeslechting — 114
7.3.1 Arbitrage — 116
7.3.2 Bindend advies/bindende partijbeslissing — 121
7.3.3 Arbitrage vergeleken met bindend advies — 126
7.3.4 Mediation — 128
7.4 Samenvattende conclusie — 131
7.5 Beginselen van procesrecht en de kerkelijke rechtsgang —
132
7.5.1 Conclusie — 139
8 Tuchtrecht
8.1 Inleiding — 141
8.2 Wat is tuchtrecht? — 141
8.2.1 Samenvatting — 145
8.3 Tuchtmaatregelen binnen kerkgenootschappen — 145
8.4 Het doel van tuchtrecht — 147
8.5 De onderworpenheid aan het tuchtrecht — 149
8.5.1 Conclusie — 152
8.6 Beginselen van procesrecht bij het tuchtrecht — 152
8.6.1 Samenloop van tucht- en strafrechtelijke procedure —
157
8.7 Samenvattende conclusie — 159
9 De wijze van toetsen
9.1 Inleiding — 163
9.2 Marginale toetsing — 164
9.3 Wanneer wordt marginale toetsing toegepast? — 166
9.4 Voorbeelden van marginale toetsing bij kerkelijke geschillen
— 169
9.5 Toetsing bindend advies en besluit — 172
9.5.1 Kerkelijke geschilbeslechting middels bindend advies —
176
9.5.2 Kerkelijke geschilbeslechting middels besluit — 182
9.6 Samenvattende conclusie — 185
9.7 Geloofskwesties — 187
9.7.1 Kanttekeningen bij ‘Hasselt‘ — 191
9.8 Conclusie — 194
10 Aanknopingspunten voor de toetsing
10.1 Inleiding — 195
10.2 Het statuut — 196
10.3 De wil van partijen — 203
10.3.1 Kritiek op ‘Katwijk‘ — 207
10.4 De redelijkheid en billijkheid — 210
10.5 Zorgvuldigheidsnormen — 216
10.5.1 De zaak Goeree — 217
10.5.2 Een onrechtmatig gebed? — 219
10.5.3 Allemanshoes — 222
10.5.4 De ongeldigverklaring van een huwelijk — 223
10.5.5 Tuchtmaatregelen — 227
10.6 Conclusie — 229
11 Samenvatting — 233
Summary — 241
Verkort aangehaalde werken — 247
Jurisprudentieregister — 255
Lijst van afkortingen — 265
Trefwoordenregister — 267