Waar dat maar mogelijk is, geeft de kerk aan de oecumenische samenwerking vorm en inhoud door middel van het lidmaatschap van oecumenische organisaties.1 Hier, in wat wel heet de multilaterale oecumene, komt het brede spectrum van de oecumene in beeld, want in bepaalde organisaties wordt samengewerkt met kerken die qua belijden soms ver van de Protestantse Kerk in Nederland af staan.
De kerkorde noemt enkele organisaties bij name. Daarvan zegt ord. 14-3-2 dat de kerk er ‘in elk geval’ deel van uitmaakt. Anders gezegd: alleen via de procedure van een ordinantiewijziging zou de kerk zich uit deze organisaties terug kunnen trekken! De synode kan wel besluiten in andere organisaties mee te werken, zonder dat daarvoor een ordinantiewijziging noodzakelijk zou zijn (ord. 14-3-3). Twee er van behoren tot wat wel genoemd wordt de ‘overkoepelende’ oecumenische organisaties, dat wil zeggen organisaties waarin allerlei typen kerken elkaar ontmoeten. In de hier genoemde Raad van Kerken in Nederland treft men zowel de Rooms-Katholieke Kerk als de Quakers, en in de Wereldraad van Kerken zowel vele Oosters-Orthodoxe kerken als bijvoorbeeld enkele Pinksterkerken. Overigens is de Protestantse Kerk in Nederland ook lid van een overkoepelende organisatie op Europees niveau, de Conferentie van Europese Kerken (CEC).
De ordinantie noemt hier voorts twee confessionele organisaties, de Wereldbond
[321] 1. Meer informatie over deze organisaties is o.a. te vinden via de website van de Wereldraad van Kerken en de daar gegeven ‘links’: www. wcc-coe. org.
|315|
van Gereformeerde Kerken (World Alliance of Reformed Churches, WARC) en de Lutherse Wereld Federatie (LWF). De namen spreken voor zich: alleen kerken die — geheel of ten dele — teruggaan op deze confessionele tradities maken er deel van uit. Heel bijzonder is het feit dat de Protestantse Kerk in Nederland als geheel deel uitmaakt van de LWF, hoewel maar ongeveer één procent van de leden van de kerk tot de lutherse traditie behoort. Voor lutherse kerken wereldwijd is de participatie in de LWF in hoge mate identiteitsbepalend (vgl. ord. 14-4-2). In ord. 14-3-5 is vastgelegd dat de evangelisch-lutherse synode een sleutelrol speelt in de vormgeving van het lidmaatschap.
Niet in de ordinantie genoemd is de deelname van de Protestantse Kerk in Nederland in de Gereformeerde Oecumenische Raad, een wat kleinere internationale organisatie die mede werd opgericht door de Gereformeerde Kerken in Nederland en die intussen steeds nauwer samenwerkt met de WARC. Tenslotte noemt ord. 14-3-2 de Kerkengemeenschap van Leuenberg, waarin meer dan honderd kerken die de Konkordie van Leuenberg hebben ondertekend samenkomen. Het spreekt in het licht van art. I-5 van de kerkorde vanzelf dat de Protestantse Kerk in Nederland hiervan deel uitmaakt.
Hoe de deelname vorm krijgt, daarover beslist de synode. Daarbij is te denken aan de afvaardiging naar de Assemblees, uiteraard aan een jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage, maar ook aan participatie in het bestuur van een organisatie of aan andere contacten om te trachten het beleid van zo'n organisatie te beïnvloeden. In veel gevallen heeft de betrokken organisatie daar zelf uiteraard ook het nodige bij in te brengen. Verder krijgt de deelname onder meer gestalte in het leveren van een inbreng in conferenties op allerlei terreinen waarop deze organisaties actief zijn. Tenslotte mag niet onvermeld blijven de grote rol die zulke organisaties — dat geldt in het bijzonder de Wereldraad van Kerken — spelen in het instandhouden van een netwerk waardoor bijvoorbeeld veel werelddiaconale gelden snel en efficiënt op hun bestemming kunnen komen.