Een maatregel van kerkelijke tucht als bedoeld in art. 111 en
art. 116 GKO, opgelegd voor 1 mei 2004 blijft van kracht, zolang
de maatregel niet ingetrokken of in beroep vernietigd wordt, met
dien verstande dat
- de maatregel dat iemand van het avondmaal wordt afgehouden en
de daarin begrepen ontneming van het recht om doopvragen te
beantwoorden en aan de verkiezing van ambtsdragers deel te nemen,
uiterlijk per 1 januari 2005 wordt opgeheven; indien nodig past
het college van predikant(en) en ouderlingen opnieuw een middel
van kerkelijke tucht toe als bedoeld in ord. 10-9-6, met
inachtneming van het bepaalde in ord. 10;
- een maatregel van schorsing, opgelegd aan een ambtsdrager
zonder dat een termijn is vastgelegd, door het bevoegde regionale
college uiterlijk op 1 september 2004 wordt omgezet in een
schorsing voor bepaalde dan wel voor onbepaalde tijd; indien de
schorsing voor onbepaalde tijd gehandhaafd blijft is het bepaalde
in ord. 10-9-7 sub c van toepassing.