De generale commissie voor het opzicht als bedoeld in ord. 11-5-4 HKO en het generaal college voor de handhaving van de kerkelijke tucht als bedoeld in de interim-regeling tucht over ambtsdragers van de Tussenorde dragen met ingang van 1 mei 2004 hun werkzaamheden over aan het generale college voor het opzicht als bedoeld in ord. 10-7-3, dat de behandeling van de desbetreffende zaken voortzet met toepassing van het bepaalde in overgangsbepaling 214.