I. De ambten

Taak van de ouderlingen

De taak van de ouderlingen is in herderlijke zorg de gemeente te regeren, samen met de dienaren des Woords. Zij zien erop toe, dat de predikanten, de mede-ouderlingen en de diakenen hun ambt trouw vervullen. Zij leggen zo dikwijls huisbezoek af als goed is voor de opbouw van de gemeente, ten minste eenmaal per jaar. Ook moeten zij samen met de predikanten te tucht bedienen en zorgen dat in de gemeente alles op gepaste wijze en ordelijk gebeurt.


Kerkorde GKv (1978)

 

TREFWOORDEN

Taak van de ouderling

VERWANT MET
Akkoord NGK (1982) Art. 13
Akkoord NGK (2015) Art. 13
Kerkorde CanRC (1985) 22
Kerkorde CGK (2010) Art. 23
Kerkorde Dordrecht (1619) Art. 23
Kerkorde FRCA (2003) 20
Kerkorde GKN (1905) Art. 23
Kerkorde GKSA (2000) 23
Kerkorde GKv (2014) B23
Kerkorde GKv (2014) B9
Kerkorde NGKerk (2011) 16
Kerkorde RCNZ (1977) Art. 23
Kerkorde vGKN (2008) 21
Kerkorde VGKSA (2005) 21

COMMENTAAR
Harmannij, K. (1990) Hst. 2
Harmannij, K. (1990) Hst. 5

UITVOERINGSBEPALING
Art. 21 Taak van de ouderlingen

CAPITA SELECTA
Het pastoraat van de kerk

DOCUMENTATIE
Velde, M. te e.a. (1993) Art. 21