In een gemeente met meer dan één gewone predikantsplaats, waar op 30 April 1951 reeds een indeling in wijkgemeenten of buurtgemeenten bestond, blijven de betrokken locale regelingen na dien datum van kracht, totdat de vergadering, bedoeld in 2-13-2, de — uiterlijk per 1 Januari 1953 in werking tredende — regelingen heeft getroffen, ter aanpassing van de betrokken bepalingen aan hoofdstuk II van ordinantie 2 en aan hetgeen elders in de ordinanties der Kerk voor gecentraliseerde gemeenten is bepaald.