Het college van kerkvoogden is bevoegd het op 30 April 1951 bij
de gemeente in gebruik zijnde kerkelijke bevolkingsregister nog
gedurende de jaren 1951-1954 in, gebruik te houden, mits
a. dit register vóór 1 Januari 1952 geheel is bijgewerkt en
nadien bijgehouden wordt;
b. voor nieuw daarin op te nemen leden en lidmaten — voorzover
niet behorende tot een reeds op 30 April 1951 daarin voorkomend
gezin — reeds van de datum af, bedoeld in overgangsbepaling no.
111, een kaart volgens een der aangewezen modellen wordt
gebezigd;
c. zolang nog van kaarten van een oud model wordt gebruik
gemaakt, niettemin de toezending van de gegevens bij verhuizing
naar elders geregeld plaats vindt;
d. voor gemeenten die tot een centrale administratie zijn
toegetreden, gelden de bepalingen, die voor deze centrale
administratie zijn vastgesteld.