Artikel 2.
Door wie het toezicht gehouden wordt.
Het generaal college van toezicht bestaat uit achttien leden,
door de generale synode benoemd uit de lidmaten der Kerk en
wel
zeven leden op voordracht van de algemene kerkvoogdijraad,
zeven leden op voordracht van de algemene diaconale raad,
twee leden op voordracht van de generale financiële raad, en
twee leden naar vrije keuze.