Artikel 3.
Over wie het toezicht zich uitstrekt.
Onder organen en administraties worden voor de toepassing van deze ordinantie mede verstaan kassen, fondsen, beurzen, stichtingen, verenigingen en afzonderlijk beheerde erfenissen en legaten, welke zijn ingesteld of geregeld bij of krachtens ordinantie, of waarvan het beheer ambtshalve wordt gevoerd door ambtsdragers of functionarissen der Kerk.