Artikel 10.
Nadere regeling van de pensioenen van kerkelijke medewerkers.
In deze generale regeling worden bepalingen opgenomen betreffende de pensioenen van hen, die in een bediening werkzaam zijn, en van andere medewerkers in kerkelijke en aan de Kerk verwante arbeid, alsmede bepalingen tot aanpassing van de pensioenen bij aanzienlijke wijziging in de kosten van levensonderhoud.