Artikel 14.
De bredere kerkvoogdij-organen.
De algemene kerkvoogdijraad bestaat uit negen leden, door de generale synode voor de tijd van vijf jaren benoemd uit de lidmaten der Kerk en wel zes leden op enkelvoudige voordracht van tenminste veertig colleges van kerkvoogden, één lid uit de dienstdoende predikanten en twee leden naar vrije keuze.