Artikel 15.
De taak der bredere kerkvoogdij-organen.
  De bredere kerkvoogdij-organen hebben in het bijzonder tot
  taak
  leiding te geven aan de zorg voor de financiële belangen in hun
  gebied;
  voorlichting te geven — eigener beweging of op verzoek — aan de
  financiële organen der Kerk;
  de juiste methoden ingang te doen vinden voor de behartiging van
  de stoffelijke belangen en voor het opwekken van de gemeenteleden
  tot offervaardigheid;
  publicaties te verzorgen ter uitwisseling van ervaringen en ter
  behandeling van voor de Kerk belangrijke financiële
  vraagstukken;
  initiatief te nemen of te steunen voor de oprichting van
  gemeenschappelijke financiële instellingen;
  samen te werken met de brede moderamina der meerdere ambtelijke
  vergaderingen;
  deel te nemen aan de verzorging van de algemene financiën der
  Kerk;
  uitvoering te geven aan hetgeen hun verder bij of krachtens de
  ordinanties der Kerk tot taak wordt gesteld.