Ordinantie voor de kerkelijke financiën.

 

II. De zorg voor de gelden en goederen der gemeente.

Artikel 13.

De rekening.

De rekening wordt voorlopig vastgesteld door het college van kerkvoogden, of, waar notabelen zijn, in een gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen, vóór 1 Mei van het jaar, volgend op dat waarop zij betrekking heeft, en binnen zeven dagen in afschrift toegezonden aan de praeses van de kerkeraad, op de daartoe meest geëigende wijze gepubliceerd en bovendien gedurende zeven dagen voor de gemeente ter inzage gelegd.