Artikel 9.
Het beheer van de pastoriegoederen.
Het beheer van de pastoriegoederen, met uitzondering van vervreemding en bezwaring, wordt krachtens de ligger of andere titel gevoerd door het college van kerkvoogden, in overleg met de predikant, indien deze schriftelijk heeft verklaard, op dit overleg prijs te stellen, terwijl vervreemding en bezwaring geschieden door de predikant, doch slechts met medewerking van het college van kerkvoogden en met inachtneming van het bepaalde in art. 17 van de ordinantie voor het toezicht.