Ordinantie voor het diaconaat.

 

I. Het diaconaat.

Artikel 5.

Diaconale bedieningen.

Zij worden tot zulk een bediening toegelaten naar de bepalingen, neergelegd in een generale regeling der synode, waarin tevens nadere regelen zijn gesteld omtrent de opleiding en de testimonia, welke voor die toelating van node zijn, in welke generale regeling mede is opgenomen, ten overstaan van wie zij, alvorens een testimonium te ontvangen, bevestigend antwoorden op de vragen, vermeld in het derde lid van art. 3 der ordinantie voor het apostolaat.