Ordinantie voor het diaconaat.

 

I. Het diaconaat.

Artikel 1.

Het diaconaat.

Het diaconaat omvat met name
de zorg voor zieken, chronische patiënten en invaliden;
de zorg voor zwakken en rustbehoevenden;
de zorg voor bejaarden;
het verlenen van bijstand bij moeilijkheden in het gezin;
de zorg voor het verweesde, verwaarloosde of misdeelde kind;
het steunen en leiden van hen, die met zedelijke of lichamelijke ondergang worden bedreigd;
de bescherming van vrouwen en meisjes;
de zorg voor maatschappelijk onaangepaste en verworden gezinnen en personen, inzonderheid voor hen die tot drankzucht, prostitutie of criminaliteit zijn vervallen;
de zorg voor verdrukten, vervolgden en verdrevenen, inzonderheid van hen, die lijden om der gerechtigheid wil;
hulpverlening aan hen, die sociaal-economisch in moeilijkheden verkeren of dreigen te geraken; en
de Kerk te dienen in haar taak om ook overheid en samenleving te wijzen op haar roeping, ten aanzien van de sociale vraagstukken de gerechtigheid te betrachten.