Artikel 4.
Het dooplidmaatschap.
De Doop van hen, die uit een andere kerkgemeenschap overkomen, wordt niet in het doopboek der gemeente, maar in het register der gemeenteleden, bedoeld in art. 2 van de ordinantie voor de vorming van gemeenten, ingeschreven, onder aantekening, aan de hand van door de kerkeraad verlangde, stukken, waar, wanneer en vanwege welke kerkgemeenschap de Doop is bediend.