In de regiovergadering wordt gevraagd of een kerk het oordeel en de hulp van de zusterkerken nodig heeft.
De regiovergadering draagt er zorg voor dat de kerken elkaar op
de hoogte stellen van de arbeid van de ambtsdragers, opdat deze
kerken elkaar bijstaan, op elkaar acht geven en elkaar tijdig
vermanen wanneer een kerk nalatig bevonden wordt.
De regiovergadering kan hiertoe enigen uit de kerken aanwijzen
die de kerkenraden bezoeken en over hun bevinding aan de regio
rapporteren.
Een regiovergadering verleent een gemeente in haar midden op verzoek hulp, door een predikant als consulent aan te wijzen om deze gemeente met raad en daad bij te staan.
a. Groepen gelovigen waaruit nog geen kerkenraad gevormd kan
worden, vallen na overleg met de regio onder de
verantwoordelijkheid van een naburige gemeeente.
b. Wanneer voor de eerste keer een kerkenraad wordt ingesteld,
gebeurt dit in goed overleg met de regio waarvan de nieuwe
gemeente deel gaat uitmaken.
c. Wanneer een kerkenraad of gemeente besluit zichzelf op te
heffen, overlegt deze daarover tevoren met de regio. Hetzelfde
geldt voor de fusie van gemeenten. De regio besteedt daarbij
expliciete aandacht aan de positie van eventuele predikanten.