De kerken, die van Christus zijn, werken eendrachtig samen. Zij wekken elkaar op Gods Woord te bewaren en te blijven bij de leer van de kerk naar de drie Formulieren van Enigheid. Zij helpen en dienen elkaar en behartigen in regionaal en landelijk verband de zaken die zij gemeenschappelijk hebben. Zij heersen daarbij niet over elkaar, maar hebben geduld met elkaar en verwachten samen de tijd van God waarin Hij de weg duidelijk zal maken.
Naburige kerken vormen gezamenlijk een regio.
De kerken van een regio komen door afgevaardigden bijeen in een
regiovergadering.
Alle kerken gezamenlijk komen door afgevaardigden bijeen in een
landelijke vergadering.
Deze vergadering wordt samengeroepen door de kerk die door de
laatstgehouden vergadering daartoe werd aangewezen. Van genomen
besluiten wordt nauwkeurig aantekening gemaakt.
Een regiovergadering en een landelijke vergadering zijn bevoegd
commissies te benoemen en te ontslaan. Een commissie ontvangt bij
haar benoeming een duidelijke opdracht en rapporteert tijdig aan
de betrokken kerken. Het rapport van een commissie komt aan de
orde op de eerstkomende regiovergadering dan wel landelijke
vergadering.
a. De kerken worden ten aanzien van vermogensrechtelijke
aangelegenheden die zij als regio of in landelijk verband
gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door hun
regiovergadering respectievelijk door de landelijke vergadering
of door commissies die door deze vergaderingen zijn benoemd. Een
commissie heeft slechts vertegenwoordigingsbevoegdheid voor zover
die in de opdracht aan haar is toegekend.
b. De landelijke vergadering wordt vertegenwoordigd door het
moderamen van de laatstgehouden reguliere vergadering, dan wel
door ten minste twee leden van dit moderamen. Zij zijn hierbij
gebonden aan de genomen besluiten van de landelijke
vergadering.
c. Een regiovergadering wordt vertegenwoordigd door de voorzitter
van de laatstgehouden regiovergadering samen met een andere
afgevaardigde, die niet uit dezelfde kerk afkomstig is. Zij zijn
hierbij gebonden aan de genomen besluiten van de
regiovergadering.
d. Een commissie als onder a genoemd wordt vertegenwoordigd door
twee uit haar midden te benoemen personen. Een commissie en haar
vertegenwoordigers zijn aan hun opdracht gebonden.
De landelijke vergadering is bevoegd voor de uitvoering van taken
die behoren tot de arbeid van de kerken gezamenlijk, een
kerkelijke instelling op te richten overeenkomstig de “Regeling
voor commissies en kerkelijke instellingen”. Op haar is genoemde
Regeling van toepassing. Een kerkelijke instelling bezit als
zelfstandig onderdeel van de gezamenlijke kerken
rechtspersoonlijkheid.
De landelijke vergadering is bevoegd een door haar opgerichte
kerkelijke instelling — gehoord het bestuur van die instelling —
te ontbinden, onder regeling van de (rechts)gevolgen daarvan.