De classicale vergaderingen bestaan uit de kerken van het
classicaal ressort, die elk een dienaar des Woords en een
ouderling, voorzien van deugdelijke geloofsbrieven, afvaardigen.
De classis vergadert minstens tweemaal per jaar op plaats en tijd
door de vergadering vast te stellen. In deze vergaderingen berust
het voorzitterschap, òf beurtelings òf na verkiezing, bij de
dienaren des Woords, met dien verstande dat dezelfde
persoon niet tweemaal achtereen mag worden gekozen.
Verder vraagt de preses in het begin van de vergadering bij de
afgevaardigden van iedere gemeente naar de goede voortgang van
het gemeentelijke leven, waarbij o.a. aandacht wordt gegeven aan
de zondagse erediensten en de taakvervulling van de
kerkenraad; ook zal de preses vragen of er iets is waarin de
kerkenraad oordeel en hulp van de classis nodig heeft.
Tenslotte worden in de laatste vergadering vóór de particuliere
synode de afgevaardigden naar deze synode gekozen.
Aan het einde van iedere vergadering zal een kerk — bij voorkeur
bij toerbeurt — worden aangewezen om de volgende classicale
vergadering bijeen te roepen.