II. De verkiezing en bevestiging van ouderlingen en diakenen.
Artikel 8.
Verkiezing op voordracht van de kerkeraad.
De verkiezing geschiedt ter plaatse en ten tijde door de
kerkeraad vast te stellen, terwijl de lidmaten zich daarbij in
hun keuze beperken tot hen, wier namen op het dubbeltal zijn
vermeld.