Artikel 7.
Stemming over gehele of gedeeltelijke machtiging van de kerkeraad.
Indien de lidmaten besluiten de kerkeraad te machtigen de bevoegdheid tot verkiezing van ouderlingen en diakenen uit te oefenen, wordt — zo de zesjaarlijkse stemming in een vergadering van lidmaten wordt gehouden, terstond in dezelfde vergadering, en zo zulks niet het geval is, vóór 1 Januari eerstvolgende — een tweede stemming gehouden, waarin de lidmaten beslissen, of voor de periode van zes jaren de verkiezing van ouderlingen en diakenen geheel aan de kerkeraad zal worden opgedragen, dan wel of de kerkeraad alleen recht van voordracht zal hebben.