De kerken, die van Christus zijn, werken eendrachtig samen. Zij wekken elkaar op het Woord van God te bewaren en te blijven bij de leer van de kerk naar de ‘Formulieren van Enigheid’. Zij helpen en dienen elkaar en behartigen de zaken die zij gemeenschappelijk hebben. Zij mogen daarbij niet over elkaar heersen, maar zullen geduld met elkaar hebben en samen de tijd van God verwachten waarin Hij de weg duidelijk zal maken.
De kerken komen door afgevaardigden bijeen in regionale en
landelijke vergaderingen. Deze vergaderingen dragen geen blijvend
karakter, maar zijn tijdelijk en houden op te bestaan zodra zij
gesloten zijn.
Zij worden samengeroepen door de kerk die door de laatstgehouden
vergadering daartoe werd aangewezen. Van genomen besluiten zal
nauwkeurig aantekening worden gemaakt.