15.3.2 Beroepingswerk

Met het oog op de bijzondere verbondenheid van de evangelisch-lutherse gemeenten met de belijdenisgeschriften van de lutherse traditie zal uiteraard van een te beroepen predikant kennis van en vertrouwdheid met deze traditie worden gevraagd. Mede met het oog daarop is de evangelisch-lutherse synode betrokken bij het beroepingswerk. Maar voor het overige zijn alle predikanten van de kerk in alle gemeenten, dus ook in evangelisch-lutherse gemeenten, beroepbaar (zie § 5.2.1). Indien een predikant een beroep aanneemt naar een evangelisch-lutherse gemeente wordt deze lid van deze gemeente en daarmee, zoals alle leden van die gemeente, evangelisch-luthers lid van de kerk. Het is dus niet mogelijk om predikant van een evangelisch-lutherse gemeente te zijn zonder evangelisch-luthers lid van de kerk te zijn of te worden. Wel is het mogelijk dat een predikant van een andere dan een evangelisch-lutherse gemeente op diens verzoek ingeschreven blijft of wordt als evangelisch-luthers lid van de kerk.

 

Evenals alle andere kerkenraden vraagt ook de kerkenraad van een evangelisch-lutherse gemeente advies aan de sectie beroepingswerk van het LDC alvorens tot de verkiezing en beroeping van een predikant over te gaan. Maar voordat dit orgaan een advies uitbrengt, overlegt dit met degenen die de evangelisch-lutherse

|325|

synode daarvoor aanwijst (ord. 3-3-1). Op deze wijze is de evangelisch-lutherse synode vanaf het begin betrokken bij het beroepingswerk. De betrokkenheid van de evangelisch-lutherse synode komt nog meer tot uitdrukking doordat de president van de evangelisch-lutherse synode of diens plaatsvervanger het beroepingswerk begeleidt. In de praktijk betekent dat dat de president een plaatsvervanger aanwijst die als consulent optreedt (ord. 3-3-4). Het breed moderamen van de classicale vergadering hoeft voor een evangelisch-lutherse gemeente dus geen consulent aan te wijzen.

Bijzondere betrokkenheid van de evangelisch-lutherse synode is er ook wanneer besloten wordt over te gaan tot het beroepen van een predikant in deeltijd. Niet alleen het breed moderamen van de classicale vergadering maar ook de synodale commissie van de evangelisch-lutherse synode dient dan in te stemmen met het deeltijdpercentage en de omschrijving van de werkzaamheden die in deeltijd dienen te worden verricht (ord. 3-17-2).

Voor het overige verloopt het beroepingswerk als in alle andere gemeenten (zie § 5.2 t/m 5.2.4).