Artikel 25.
Emeritaat
Een predikant
- die recht heeft op volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een
predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek emeritus verklaard.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt op diens verzoek,
op verzoek van de kerkenraad of ambtshalve emeritus
verklaard
- op de dag waarop deze recht krijgt op pensioen krachtens de
Algemene Ouderdomswet, tenzij de betrokken kerkenraad en
predikant een later tijdstip overeenkomen en
- uiterlijk op de dag dat volgens het pensioenreglement uitstel
van pensioen niet langer mogelijk is.
Een predikant buiten vaste bediening wordt op diens verzoek of
ambtshalve uiterlijk op de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld
in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, emeritus
verklaard.
Een predikant in algemene dienst en een predikant met bijzondere
opdracht, die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel
7a van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt, wordt op eigen
verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering die beriep of
ambtshalve bij de beëindiging van werkzaamheden emeritus
verklaard.
De emeritus-predikant behoudt als predikant van de kerk de
bevoegdheid tot de bediening van Woord en
sacramenten.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 3-25-1,
besluit generale synode d.d. 26 april 2013, ingegaan 26 april
2013.
Eerdere wijziging kerkorde, ordinantie 3-25-1, besluit de
generale synode, d.d. 12 november 2009, ingegaan 1 januari 2010,
d.d. 23 september 2011 en 9 november 2012, ingegaan 1 januari
2013. Tekst 2012:
Een predikant
- die gebruik maakt van het recht op emeritaat,
- die gebruik maakt van een voor deze predikant geldend recht op
volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een
predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering
die de predikant beriep of ambtshalve emeritus verklaard.
Betrokkene behoudt als predikant van de kerk de bevoegdheid tot
de bediening van Woord en sacramenten.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt uiterlijk bij het
bereiken van de leeftijd van 65 jaar emeritus verklaard, tenzij
de betrokken kerkenraad en predikant een later tijdstip
overeenkomen.