Ordinantie 3 Het ambt en de andere diensten

 

IV. De rechtspositie van de predikanten en de kerkelijke medewerkers

De predikanten

Overige regels

Artikel 25.

Emeritaat

Een predikant
- die recht heeft op volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek emeritus verklaard.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt op diens verzoek, op verzoek van de kerkenraad of ambtshalve emeritus verklaard
- op de dag waarop deze recht krijgt op pensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet, tenzij de betrokken kerkenraad en predikant een later tijdstip overeenkomen en
- uiterlijk op de dag dat volgens het pensioenreglement uitstel van pensioen niet langer mogelijk is.
Een predikant buiten vaste bediening wordt op diens verzoek of ambtshalve uiterlijk op de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, emeritus verklaard.
Een predikant in algemene dienst en een predikant met bijzondere opdracht, die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt, wordt op eigen verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering die beriep of ambtshalve bij de beëindiging van werkzaamheden emeritus verklaard.
De emeritus-predikant behoudt als predikant van de kerk de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacramenten.1


1 Wijziging kerkorde, ordinantie 3-25-1, besluit generale synode d.d. 26 april 2013, ingegaan 26 april 2013.
Eerdere wijziging kerkorde, ordinantie 3-25-1, besluit de generale synode, d.d. 12 november 2009, ingegaan 1 januari 2010, d.d. 23 september 2011 en 9 november 2012, ingegaan 1 januari 2013. Tekst 2012:
Een predikant
- die gebruik maakt van het recht op emeritaat,
- die gebruik maakt van een voor deze predikant geldend recht op volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering die de predikant beriep of ambtshalve emeritus verklaard. Betrokkene behoudt als predikant van de kerk de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacramenten.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar emeritus verklaard, tenzij de betrokken kerkenraad en predikant een later tijdstip overeenkomen.